Methode van onderzoek
In het Plan van Aanpak zet je een korte beschrijving over hoe je het onderzoek wilt gaan uitvoeren. Je maakt het jezelf gemakkelijk door dat per deelvraag te doen. Je benoemt per deelvraag:
- de onderzoekspopulatie en steekproef
- de onderzoeksmethode
1. Onderzoekspopulatie en steekproef
De onderzoekspopulatie is de groep personen (of objecten) waarover je onderzoek uitspraken doet. Dit zijn bijvoorbeeld alle bewoners van een wijk, alle medewerkers van een organisatie of alle jongeren van een school. Benoem het aantal personen en eventueel belangrijke kenmerken; zoals geslacht, leeftijd, functie of leerjaar. Dus
- 110 mannelijke bewoners en 90 vrouwelijke bewoners
- 50 bewoners van 50-60 jaar, 70 bewoners van 60-70 jaar en 30 bewoners van 70+ jaar
- 30 accountmanagers, 20 communicatiemedewerkers en 3 leidinggevende
- 150 jongeren in leerjaar 1, 130 in leerjaar 2 en 122 in leerjaar 3
Tip: wanneer de onderzoekspopulatie uit veel kleinere groepjes uiteen valt is het handig om deze informatie in een tabel weer te geven.
Om uitspraken te doen over de gehele groep kies je uit de onderzoekspopulatie een kleine groep om te onderzoeken; dit is de steekproef. De steekproef kan bijvoorbeeld zijn: 10 bewoners, 8 medewerkers of 80 jongeren.
Je beschrijft ook waarom je juist deze mensen hebt uitgekozen voor je steekproef. Heb je evenveel mannelijke als vrouwelijke bewoners gekozen? Heb je van iedere functie of ieder leerjaar een aantal personen gekozen? De informatie over de steekproef kun je eventueel ook in een tabel zetten.
Tot slot beschrijf je hoe je verwacht de mensen uit je steekproef te gaan bereiken. Waar kun je ze vinden?
2. Onderzoeksmethode
Er zijn verschillende manieren om onderzoek te doen. De meest gebruikte methoden zijn: interviews, een focusgroep en enquêtes. Daarnaast komt het ook voor dat er observaties worden gedaan, een experiment wordt opgezet of een inhoudsanalyse wordt uitgevoerd.
- Kwantitatief: resultaten zijn uitgedrukt in cijfers (enquête, experiment)
- Kwalitatief: resultaten zijn uitgedrukt in woorden (interview, focusgroep, observatie)
Je beschrijft kort welke methode je hebt gekozen per deelvraag. En waarom je voor deze methode hebt gekozen. De reden voor het kiezen van een methode heeft te maken met de voordelen/kenmerken van een methode. Deze kenmerken vind je terug in je ‘methode van onderzoek’-boek. Beschrijf de voordelen van de gekozen methode, die van toepassing zijn op jouw onderzoek.
Opdracht
OPDRACHT: Beschrijf per deelvraag de onderzoekspopulatie, de steekproef en de onderzoeksmethode:
– Beschrijf de onderzoekspopulatie, eventueel in een tabel.
– Beschrijf de mensen in de steekproef en waarom je voor deze mensen hebt gekozen.
– Beschrijf hoe je de mensen in je steekproef gaat bereiken.
– Beschrijf de gekozen onderzoeksmethode en leg uit waarom deze geschikt is (benoem specifieke voordelen).